Het is zomer! Dus liggen de verse abrikozen weer te blozen in de supermarkt. Hét moment om jam te maken voor de komende maanden. Je kan de jam ongeveer een jaar bewaren. Belangrijk om hygiënisch te werken, zodat bacteriën geen kans krijgen. Voor ongeveer 4 potten jam ( á 400 ml)
- 1 kg verse abrikozen ( gewicht met pit)
- Sap van 2 sinaasappels (+/- 150 ml)
- 1 pak 500 gr geleisuiker voor halfzoete jam
Begin met het steriliseren van de potten: doe de potten en deksels in een grote pan water en breng aan de kook. Voeg ook de lepel toe waarmee je de jam in de potten gaat scheppen. Laat een minuut of 5 koken en laat ze, vlak voordat je ze gaat vullen, uitlekken op een schone handdoek.
Was de abrikozen goed, verwijder steeltjes en pitten en snijd in kleine stukjes. Meng in een pan met een brede bodem het fruit, suiker & sap. Je mag het vruchtvlees van de sinaasappel ook toevoegen, wel goed op pitjes controleren. Breng aan de kook en laat 3 minuten goed doorkoken, roer een paar keer. Zet het vuur uit en blend de jam met de staafmixer. Vul meteen de potten, veeg de rand schoon en draai het deksel erop. Laat 5 minuten ondersteboven afkoelen. Let op: zet de pot op een handdoek of rooster tijdens het vullen, dit voorkomt dat ze knappen. Bewaar in de voorraadkast en een geopende pot in de koelkast.